De Nebbiolo-druif staat bekend als de meest voortreffelijke en verheven rode druivensoort van Italië. Vanwege zijn langzame rijping wordt deze druif als laatste geoogst, meestal in de tweede helft van oktober of zelfs in de eerste week van november. De naam Nebbiolo is waarschijnlijk afgeleid van het woord "nebbia", wat mist betekent, die rond deze tijd 's ochtends de dalen in Piemonte vult.
Vanwege de aanwezige tannines wordt Nebbiolowijn vaak op hout gerijpt, om de wijn zachter en ronder te maken. Desondanks behoudt de wijn, vooral wanneer jong, merkbare tannines en een stevige structuur. Vrijwel alle Nebbiolo-wijnen gedijen bij flesrijping, soms slechts enkele jaren, maar de topwijnen kunnen wel 10-20 jaar of zelfs langer rijpen.
Kenmerkend voor de smaak zijn tonen van rood fruit, met name frambozen, florale tonen zoals viooltjes en geraniums, evenals aardse tonen zoals bosgrond, paddestoelen en teer. Een ander herkenbaar kenmerk is de kleur: Nebbiolo heeft relatief weinig pigment, een bruinrode tint en vertoont de neiging snel van kleur te veranderen bij veroudering (verbruining).
Vanwege zijn kracht en structuur komt Nebbiolo-wijn doorgaans het beste tot zijn recht wanneer deze wordt geserveerd naast voedsel, bij voorkeur eiwitrijk voedsel, vooral als de wijn nog jong is.